Herinneren via de stoep | TC Tubantia


De Duitse kunstenaar Gunter Demnig plaatst op 12 juli 16 kleine gedenktekens om niet te vergeten.

GOOR – Dat gebeurt op zestien plaatsen verspreid over de stad in de stoepen om Joodse slachtoffers van de nazi’s te herdenken. Ook de verhalen van de slachtoffers uit Goor zijn grotendeels achterhaald. „In juni vorig jaar kwamen we met het idee om ook in Goor Stolpersteine te gaan leggen”, vertelt Arie Holkers uit Goor. Samen met Duco Hoek, Eddy Gruppen en Gerrit Alink vormt hij de Stichting Stolpersteine Goor. „We vonden dat het verhaal maar eens verteld moet worden.”

Hedwig Polak-Cohen en haar zoon Sjonnie

De stichting maakt lesbrieven voor scholieren en laat waarschijnlijk een boek met verhalen, documenten en foto’s drukken. Zo is het verhaal van Ruth ten Brink achterhaald. „Ze werkte in het Apeldoornsche Bos, een Joodse psychiatrische instelling. Ze is van daaruit via Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz”, vertelt Duco Hoek. „Ergens in Groningen gooide ze nog een brief uit de trein met als adres alleen de woorden: ‘Aan Ab in Goor’. Wonder boven wonder is de brief daar netjes afgeleverd. Ruth ten Brink schrijft in de brief dat ze naar een werkkamp gaat en dat alles goed met haar is.” Op 5 februari  1943 sterft ze in Auschwitz. Ze was 27 jaar. „En mevrouw Kwitser is als gevolg van gewelddadigheden van de NSB en de zwarthemden in Goor omgekomen”, zegt Hoek.

Maar ook is een verhaal bekend van een 3-jarig meisje, dochter van advocaat Wolff die met zijn vrouw woonde op de hoek van de Deldensestraat en de Lindelaan. „De ouders leek het verstandig naar Amsterdam te vluchten en hun dochtertje bij de buren achter te laten”, vertelt Gerrit Alink. „Het echtpaarWolff is vrij vlot na aankomst in Amsterdam opgepakt. Ze overleefden de oorlog niet. Hun dochter Ruth kwam in Friesland terecht en het Rode Kruis bracht haar na de oorlog naar Londen. Zeven jaar geleden overleed zij in Amerika.”

Andere Joodse families uit Goor met de namen Rosendaal, Polak en Van Engel zijn eveneens omgebracht.

Het project Stolpersteine begon in Nederland in Borne, in 2007. Daarna volgde een waslijst met aanvragen uit meer dan vijftig plaatsen. In totaal zijn er al 50.000 Stolpersteine gelegd. De kunstenaar en bedenker van het project maakt over enkele maanden een toer door Nederland. Hij begint in Hertzogenrath bij Heerlen en gaat dan onder meer via Den Bosch en Losser naar Goor om Stolpersteine te leggen.

Hij brengt gedenktekens aan in het trottoir voor de huizen van mensen die door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. Deze Stolpersteine, letterlijk ‘struikelstenen’ herinneren onder meer aan Joden en politieke gevangenen.

De kunstenaar noemt ze Stolpersteine, omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart, en je hoofd moet buigen om de tekst te kunnen lezen. Op de stenen zijn, in een messing plaatje, de naam, geboortedatum, deportatiedatum en plaats en datum van overlijden gestanst.

De stenen van 10 bij 10 centimeter geven namen in de stoep bij woningen waar Joodse mensen leefden. Het gaat onder meer om de Deldensestraat, de Schoolstraat, de Grotestraat, de Achterstraat op ’t Schild. Op sommige plekken komen twee of drie plaatjes