Kerkstraat 16:

Op deze plek woont de familie Rosendaal bij het begin van de Tweede Wereldoorlog. De familie komt oorspronkelijk uit Stokkum en verhuist in 1920 naar Goor. Ze hebben een kleine manufacturen winkel. Het gezin bestaat uit moeder, twee kinderen en de schoondochter. 

Israel, Ies zoals hij meestal wordt genoemd, voetbalt jaren in het eerste elftal van GFC, de plaatselijke voetbalclub. Hij wordt eind oktober 1942 opgepakt op het station van Deventer en gaat via Westerbork op transport naar Auschwitz. Ies wordt te werk gesteld en weet te overleven tot maart 1944. Hij sterft ergens in Midden Europa in een werkkamp.

Israel Rosendaal

Leonard is van beroep handelsreiziger. Hij wordt meestal Leo genoemd en is de jongere broer van Israël. Op 26 november 1942 komt hij terecht in Westerbork en op 8 december wordt hij gedeporteerd. Hij gaat mee in een zogenaamd Cosel transport, komt in werkkamp St. Annaberg in Polen en hij overlijdt op 16 maart 1943 in Bobrek, in de buurt van Auschwitz.

Julia Frankenhuis is de echtgenote van Leonard Rosendaal. Geboren in Enschede op 25 maart 1917. Eind jaren ’30 trouwt ze met Leonard. Aannemelijk is dat ze samen met haar echtgenoot is opgepakt, beiden komen op dezelfde dag aan in Westerbork. Op dinsdag 8 december 1942 gaan ze met dezelfde trein naar Auschwitz. In Cosel (Silezië) wordt haar man Leonard uit de trein gehaald en gaat Julia alleen door naar Auschwitz. Ze overlijdt drie dagen na het vertrek uit Westerbork. 

 

Leonard Rosendaal en Julia Frankenhuis

Jette Rosendaal – van Wije, is de moeder van Israël en Leonard, en al geruime tijd weduwe. Jette duikt samen met dertien personen onder in het nabijgelegen Enter. In mei 1943 wordt de gehele groep, na verraad opgepakt. Ze gaat vanuit Westerbork op transport naar Sobibor, waar ze meteen na aankomst wordt vermoord. 

                        Jette Rosendaal – van Wije, staande 3e van links.