Herman Heijermanstraat 54 

Abraham Polak is één van de drie zoons van Hartog Polak en Esther Polak – de Levie. Abraham is slager bij het gemeentelijk slachthuis, daarnaast handelt hij wat in klein materiaal. Hij trouwt met Hedwig Cohen en samen krijgen ze een zoon, Johnny Magnus. Abraham denkt dat hij en zijn gezin beter af zullen zijn als hij zich vrijwillig meldt voor werk in Duitsland. Hij is 46 jaar als hij in Westerbork op transport wordt gesteld. Bij Cosel (Silezië) wordt hij uit de trein gehaald en in een werkkamp geplaatst. Zijn overlijdensdatum is na de oorlog vastgesteld op 31 maart 1944, ergens in een werkkamp in Midden Europa.

 Abraham Polak met zijn kleinzoon Johny Magnus

 

Johnny Magnus Polak, is de jongste zoon van Abraham Polak en Hedwig Polak – Cohen. Op 9 april 1943 gaat hij eerst naar Vught. In juni 1943 komt hij met een zogenaamd kindertransport aan in Westerbork en op 8 juni wordt hij, acht jaar oud, samen met zijn moeder gedeporteerd naar het vernietigingskamp Sobibor. Daar overlijdt hij drie dagen later.

 Johny Magnus met zijn moeder.

Hedwig Polak – Cohen. Ze is geboren in het Duitse Bocholt. Echtgenote van Abraham Polak en moeder van Johnny Magnus. Moeder en zoon blijven na het vertrek van Abraham hier wonen. Ze wordt samen met haar zoon op 11 juni 1943 vermoord in Sobibor.

 

Hedwig Polak – Cohen.

 

Albert Daniël ten Brink is geboren op 2 juli 1899 in Dortmund. In 1939 is hij verhuisd naar Osnabrück en daarna heeft hij in Enschede gewoond. Op 23 augustus 1939 is hij vanuit Enschede naar Goor verhuisd. Hij is hier gaan wonen als kostganger bij de familie Polak. Op 15 september 1941 is hij samen met Heiman Polak en Isidor van Engel en vele anderen gedeporteerd naar Mauthausen in Oostenrijk. Hij is daar op 5 januari 1942 vermoord.