Machiel Wolff (Den Haag) woonde met zijn vrouw Felicia en dochter Ruth aan de Deldensestraat 82 (hoek Lindelaan). Hij was advocaat en procureur, voordat de Joden een beroepsverbod werd opgelegd. Sinds 1 januari 1937 was hij voorzitter van de Joodse Gemeente in Goor. Vanaf 18 februari 1941 was hij Hoofdvertegenwoordiger van de Joodsche Raad in Goor, vanaf 1 juli 1941 had hij de functie Inspecteur Commissie Geldelijk Beheer van de Joodsche Raad. Via Vught komt hij in april 1943 in Westerbork. Op 24 augustus 1943 wordt hij op transport gesteld. Zijn overlijden is vastgesteld op 30 april 1944 in Auschwitz.